Pandora de bioscoop die er mag wezen in Schiedam is vandaag precies 100 jaar geleden geopend
Naast Tuschinski's theater in Amsterdam bestaat dit jaar ook een Schiedamse bioscoop 100 jaar. Helaas doet deze bioscoop, beter bekend als het Monopole, al een tijdje geen dienst meer als bioscoop. Gelukkig krijgt het pand wel weer een mooie bestemming. Om een beeld te schetsen hoe de bioscoop eruit zag in 1 oktober 1921 tijdens de opening voor het publiek, heb ik een tweetal artikelen overgenomen uit de Schiedamse kranten van toen.
In de Nieuwe Schiedamsche Courant van 29 september 1921 staat een mooi beschrijving van de nieuwste bioscoop van Schiedam door de verslaggever.
De nieuwe bioscoop Pandora is thans voor de officieele opening zoogoed als klaar; verschillende meer ondergeschikte dingen moeten nog in orde worden gebracht, maar dan ook heeft Schiedam een bioscoop, die er mag wezen: de inrichting van het nieuwe gebouw is in één woord verbluffend. Met den heer A. Stahlie, den architect van het pand, als gids, hadden we gisteren het genoegen, 't interieur eens wat nader te beschouwen. Een korte beschrijving ervan laten we hier volgen.
Door een kunstig gesmeed open ijzeren hek komen we in de keurig geïnstalleerde hal.
Direct trekt hier 't meest onze aandacht de prachtige kruisvormige lamp tegen 't plafond. Ze is nog niet geheel klaar, 't witte glas wordt vervangen door glas in lood, maar is dit gereed dan vormt de lamp een zeldzaam sieraad.
De wanden zijn in modernen trant gedecoreerd, waarvan de kleuren en figuren aangenaam aandoen.
Links bevindt zich de cassa en een privékantoor, dat in verbinding staat met de vertrekken van den directeur den heer Dettmeyer; rechts is een kiosk voor den verkoop van rookartikelen en versnaperingen.
Een breede deur recht voor ons geeft toegang tot de mooi-vormige wachthal, waar 't wachten op zachte canape's wel niet lang zal vallen .
De vloer is hier bedekt met een paars kleed, waarmede ook de breede trappen, zaal en gangen zijn gestoffeerd.
Van de wachthal brengt een gemakkelijk gebouwde trap naar de eerste haar étage, naar de eigenlijke zaal. Deze maakt met haar levendige kleuren, sierlijke vormen en prachtige verlichting (meer dan 200 grootere en kleinere electrische lampen) een grootsch effect. Ze biedt plaats voor ruim 300 bezoekers, die zich in de rieten stoelen, met kussens bedekt, een behaaglijk zitje kunnen verschaffen. Achter 't projectie-scherm is een tooneel aangebracht. 't Doek, om dit voor de oogen van 't publiek af te sluiten, is zeldzaam mooi en harmonieert prachtig met het kleuren leven in de zaal. Links van dit tooneel is een aparte uitgang voor de bezoekers der lagere rangen, uitkomend op de Appelmarkt. Rechts bevinden zich een kleedkamer voor artisten, een stemkamer voor de muzikanten en een noodtrap. Vóór 't tooneel hebben de muzikanten in 't orkest ook een flinke ruimte.
Weer de zaal doorloopend brengen ons twee trappen naar 't balcon, de hoogere rangen. De loge-afdeeling ligt hier in 't midden geheel afgesloten. Alles ziet er keurig uit.
Achter dit baIcon ligt de brandvrije cabine. Natuurlijk is ook gezorgd voor centrale verwarming, 'n buffet, en de vereischte nood uitgangen en toiletten.
Geheel afgescheiden van de theaterruimte ligt de inrichting van Dettmeyer's woning, winkel en photographisch atelier. Dit atelier, dat geheel boven ligt, is met een afzonderlijke trap, hier en daar onderbroken door een gezellige wachtkamer te bereiken. 't Heeft een flinke oppervlakte en is natuurlijk naar de laatste eischen geïnstalleerd. De groote spiegelruit, op den hoek, met de letters Pandora, dient voor projectiereclame.
't Rechts aangebrachte balcon dient speciaal voor buitenopnamen.
Beneden achter den winkel liggen verder de lijstenmakerij, groote donkere kamer (op 't atelier is nog een kleine) en meer naar links de ruime woonvertrekken met keuken enz.
Geheel achter, in een kelder, staat de ketel voor de centrale verwarming en kunnen de kolen geborgen worden.
De volgende rij van heeren en firmanten hebben ieder 't hunne tot den bouw en inrichting van het nieuwe pand bijgedragen.
Architect : A. Stahlie ; hoofdaannemer : L. J. v.Ameyden ; gewapend betonwerk : J. Bovenberg ; electrische installatie : fa. Kerkhoff ; schilderwerk: C. v. Lutterfeld; deeoratiewerk: v.d. Laan, R'dam ; stucadoorwerk : Gebr. Rozenstraten ; kunstsmeedwerk : Fa. Duchateau ; behangwerk : de Raay ; steenhouwwerk : Gebr. Huiskes, alhier en Fa. v. Stokkum, R'dam ; meubileering en stoffeering : fa. Gebr:. Beausar ; glas in lood: E. Warffemius, R'dam; sanitaire vloeren : fa. v. Bockhove ; loodgieterswerk: L. Jurgens ; gewone smeedwerk : Gebr. Vincent.
Al deze genoemde heeren hebben ongetwijfeld groote eer van hun werk. Ze hebben Pandora gemaakt tot een geriefelijke, smaakvol ingerichte bioscoop, waar ieder liefhebber genoeglijke avonden kan doorbrengen.
In Schiedamsche Courant van 1 oktober 1921 staat de officiële opening voor genodigden beschreven.
Pandora Bioscoop
De Pandora Bioscoop is gisteravond officieel geopend en voor deze gelegenheid was een elite-gezelschap genoodigd dat de geheele zaal vulde.
Prachtige bloemstukken vulden de wachtkamer achter de hal en op de portalen.
Onder de gasten waren o.a. de Burgemeester, en mej. Gijsen, Wethouders, leden van den Raad, Hoofden van Gemeentediensten, hoofdambtenaren, het meerendeel met dame enz. enz.
De heer Dettmeyer, directeur der Pandora Bioscoop verscheen op het toneel toen het gordijn voor de eerste maal was geopend en hield een openingsrede, waarin hij wees op de belangstelling van het publiek reeds bij het bekend worden van het plan voor den bouw dezer bioscoop, een belangstelling die zich steeds tijdens den bouw is blijven vertoonen en waarvan ook deze avond getuigde, waar zoovelen gehoor hebben gegeven aan de uitnoodiging voor de officieele opening. Spr. Herinnerde aan de feiten die zijn geworden momenten in den bouw, zooals de geschiedenis van de kist, de eerste steenlegging, de keuze van den naam, de vlag op het dak enz., gebeurtenissen, die later ook op het doek gebracht werden.
Voorts bracht Spr. Hulde aan den architect, den aannemer en anderen die aan den bouw hebben medegewerkt.
Dan werd tot de vertooning van het programma overgegaan.
De filmserie werd geopend met een weekrevue, die belangrijke gebeurtenissen van den laatsten tijd op het doek bracht; het slot daarvan waren de feesten op 31 augustus j.l. in Schiedam.
Dan volgde een leuke geschiedenis van een jong mensch dat al te vrijgevig was met zijn hart en op een en denzelfden dag met twee meisjes, die in een zelfde huis woonden, zich verloofde, wat voor hem benauwde oogenblikken bracht, hoewel ze hem geen leering brachten.
Daarna kregen we den bouw der bioscoop.
Als slotnummer werd, ‘Nelly uit de Waschlijnsteeg’, in 5 acten een geschiedenis die met de grootste belangstelling gevolgd werd en waarvoor zeer bekwame artisten zijn opgetreden. Het stuk had een zeer bevredigend slot en was een uitstekende slot van dezen feestenlijken avond.
----------
Waarschijnlijk had Dettmeyer zelf een weekrevue samengesteld met eigen beeldmateriaal. Het kan ook zijn dat er een Polygoon-journaal werd vertoond. Want de eerste Polygoon-journaals verschenen in 1921.
Polygoon-journaal
De echte doorbraak kwam rond 1920 toen Jules Stoop zich terugtrok uit de in nood verkerende Filmfabriek Hollandia en een eigen maatschappij begon: Filmfabriek Polygoon. Onder leiding van Polygoons tweede directeur B.D. Ochse groeide het bedrijf binnen een paar jaar uit tot de belangrijkste Nederlandse producent van documentaires, onderwijsfilms, opdrachtfilms en journaals. Vooral dat laatste genre heeft het beeld van Polygoon sterk bepaald. Tot aan het laatste journaal in 1987 was de naam Polygoon synoniem voor het Nederlandse bioscoopjournaal.
Toename bioscoopjournaals
Zover was het begin jaren twintig echter nog niet. In 1921 verschenen de eerste Polygoon-journaals, maar meer dan vijf werden er dat jaar niet gemaakt. In 1922 waren het er al veertien, in 1923 eenentwintig. Daarna nam het aantal jaarlijks aanzienlijk toe, maar pas in 1932 verscheen het Polygoon-journaal wekelijks, onder de naam Hollands Nieuws. In die periode steeg ook het aantal kopieën van ieder journaal van een handvol naar enkele tientallen.
Midden jaren twintig kreeg Polygoon concurrentie van twee Haagse maatschappijen die ook bioscoopjournaals gingen produceren. De eerste was Orion Filmfabriek, in 1925 opgericht, een paar jaar later gevolgd door Filmfabriek Profilti.
Bron: https://filmdatabase.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/artikel/nederlandse-bioscoopjournaals